Laurel & Hardy

De comeback van de horeca. Resto Laurel & Hardy (Oostkamp) blijft zijn principes getrouw

OOSTKAMP - De heropening van de horeca moet de maatschappij en het economisch weefsel een boost geven. In gesprekken met horeca-bazen voelen we de polsslag van de ondernemers die terug het licht in de tunnel zien. Vandaag: Chris Beke (54) van het betere Oostkampse restaurant Laurel & Hardy dat hij sinds 1997 uitbaat en waarmee hij creatief en eigentijds voor de dag wil komen. Wat hem inmiddels al 23 jaar uitstekend lukt. De principes getrouw.  

-Ooit gedacht dat het zo lang zou duren?

-Chris Beke: Nooit. Wie had dat kunnen denken?

-Hoe overleef je zoiets?

-Door reserves aan te leggen en aan te spreken en door de steun die we mochten genieten van de overheid.

-Hoe groot schat u de schade in?

-Omzetsgewijs een enorm verlies natuurlijk. Take away heeft misschien gezorgd voor 15 procent compensatie. Take away geeft ook niet eenzelfde voldoening. Een kok geeft niet graag zijn fijne eetgerechten mee in een bakje, toch? Het is een kwestie van beroepsfierheid. Een chef wil, met alle respect, anders zijn dan een beenhouwer. Corona was dus echt geen heerlijke tijd.

-U bent positief over de overheid?

-Jawel, in Vlaanderen was de steun top. In Wallonië konden ze daar maar van dromen. We zijn dankbaar voor twee soorten steun. De 10 procent (van de omzet) compensatie zorgde voor een balsem, net als het stelsel van economische werkloosheid. Maar verkijk u daar ook niet op want veel kosten blijven natuurlijk doorlopen. Ik heb het geluk dat dit pand mijn eigendom is en al afgeslost werd.

-Stoppen stond niet in uw woordenboek?

-Ik heb nooit in die richting gedacht. Het was een kwestie van geduld, veel geduld. Maar Jeffrey, mijn jonge kok achter het fornuis, heeft in de tussentijd hier en daar wat jobs gedaan. In afwachting van.

-Wij denken: men had nooit de terrassen mogen sluiten. Akkoord?

-Toch wel. Terrassen alleen kunnen moeilijk de rendabiliteit op het gewenste peil houden. Opnieuw: de vaste kosten zijn er altijd.

-Hoe ziet u de toekomst van de horeca in het algemeen?

-Ik ben er terug ingevlogen zoals veel collega's, maar ik heb toch ook mijn twijfels. Op restaurant gaan is duur, maar het kan ook niet anders voor wie zich culinair wil onderscheiden en de beste producten wil kopen en de beste medewerkers mee aan boord wil. Ons cliënteel bestaat gelukkig vooral uit ondernemers. En die komen nu stapsgewijs terug, al is het nog lang niet zoals voorheen. In het algemeen voorspel ik een zo goed als zekere uitdunning van het aanbod. Ik kan me voorstellen dat zestigers het nu wel gehad hebben. En jongeren durven niet meer te springen omdat banken zo terughoudend zijn.

-Wat heeft corona gedaan met u persoonlijk en zakelijk?

-(lacht uitbundig) Ik heb er een nieuw lief aan overgehouden. Goed dus. Ernstig nu: gelukkig had ik een sterke buffer, zodat de zaak kon overleven. Maar het is ook geen pretje om je reserves voortdurend te moeten aanspreken.

-Wat is het positieve dat u onthoudt uit deze periode?

-Dat we anders moeten leven. Er is meer dan werken alleen. We moeten niet meer zo haastig en gejaagd door het leven stappen. Ik word in tegenstelling tot vroeger niet meer zo snel nerveus als het restaurant niet elke keer vol loopt. Zeg maar dat mijn relativeringsvermogen zoveel groter is geworden. Met dank aan corona.

foto: Chris Beke en zijn jonge kok Jeffrey Hurtekant (ex-Hertog Jan)

-