Bakker Hugo Hermans van bakkerij Vanalles en Nogwat in Beerzel. Foto Dirk Vertommen Bakker Hugo Hermans van bakkerij Vanalles en Nogwat in Beerzel. Foto Dirk Vertommen

Bakker uit Beerzel maakt zich op voor worstenbrodengekte

De drukke eindejaarsperiode is nog maar net voorbij of de bakkers kunnen zich al storten op de worstenbroodjes en appelbollen voor Verloren Maandag. Bij bakkerij Vanalles & Nogwat in Beerzel (Putte) liepen de voorbereidingen de voorbije dagen al volop, want er moeten maandag vele duizenden worstenbroden geleverd worden. Bakker Hugo Hermans liet ons meekijken hoe dat in zijn werk gaat.

Het is zeker niet de moeilijkste bereiding voor een bakker. Maar ze moeten er dezer dagen veel van maken. Héél veel. “Het gaat om duizenden worstenbroodjes”, bevestigt hoofd van de bakkerij Hugo Hermans van bakkerij Vanalles & Nogwat op het Beerzelplein, in de gelijknamige Putse deelgemeente. De worstenbroden en appelbollen worden er maandag uitgeleverd aan tal van bedrijven door een team chauffeurs. En ook in de winkel zelf verwachten ze zoals steeds een grote toeloop. En dan zijn er nog de andere vestigingen van Vanalles & Nogwat in Keerbergen, Hulshout, Westmeerbeek en Noorderwijk.

(De tekst gaat verder onder de foto)

Bakker Hugo Hermans van bakkerij Vanalles en Nogwat in Beerzel. Foto Joren De Weerdt
Foto: Joren De Weerdt

“Die worden ook allemaal gebakken in onze patisserieafdeling in Beerzel. Gelukkig doen we dat met een heel team. Die grote hoeveelheden zorgen altijd wel voor wat stress. Gelukkig zijn ze niet zo heel moeilijk om te maken. Het vlees wordt ingekocht, want dat is wettelijk verplicht. Wij mogen als bakkers niet zelf ons vlees bereiden. Naast de keuze voor een lekkere aangekochte vleesvulling maak je het verschil dus vooral door het bladerdeeg errond. We gebruiken gerezen bladerdeeg, waar dus ook gist in zit”, legt Hugo uit.

(De tekst gaat verder onder de foto)

Bakker Hugo Hermans van bakkerij Vanalles en Nogwat in Beerzel. Foto Dirk Vertommen
Foto: Joren De Weerdt

Laagjes

Het geheim daar zit hem in de laagjes. “Je maakt je deeg met onder andere gist, water, bloem en boter. Je legt er dan een grote plak koude boter tussen, je plooit het deeg op en rolt het uit met de machine. Dat opplooien herhaal je een paar keer en zo krijg je heel fijne laagjes deeg en boter. Toeren, heet dat. Die flinterdunne laagjes zorgen ervoor dat je bladerdeeg mooi opblaast en luchtig wordt. Zo wordt het echt lekker”, klinkt het.

Het bladerdeeg, dat dan zo’n tweeënhalve millimeter dik is, wordt dan in mooie gelijke stukken gesneden en opgerold, met de worst ertussen. “Voor de appelbollen vullen we de appels met een mengeling met kaneel, boter en bruine suiker”, toont Hugo tussendoor ook nog.

(De tekst gaat verder onder de foto)

Bakker Hugo Hermans van bakkerij Vanalles en Nogwat in Beerzel. Foto Joren De Weerdt
Foto: Joren De Weerdt

Goed uitgebakken

De klaargemaakte worstenbroden en appelbollen worden nog even diepgevroren. “Via de instellingen van de koeling laat ik ze dan ontdooien en rijzen tegen maandagochtend. Dan kunnen ze worden afgebakken. Dat gebeurt hier 19 minuten lang op 220 graden. Ik vind het persoonlijk heel belangrijk dat het worstenbrood heel goed uitgebakken is, want daar gaat het vaak mis en dat proef je. We beginnen eraan rond een uur of vier ’s morgens en gaan de hele dag door.”

Zelf zegt Hugo in alle eerlijkheid niet zo’n grote fan te zijn van worstenbroden. “Ik vind het uiteraard een plezante traditie. Ook al valt Verloren Maandag wat ongelukkig zo snel na de drukke feestdagen en zo kort voor de opstart van de carnavalvlaaikes. Maar zelf ben ik er niet zo gek op. Ik heb geen idee hoe dat komt, maar mij doe je veel meer plezier met een aardbeientaartje. Hoeveel ik er zelf ga eten? Nul, vermoed ik. We krijgen veel complimenten over hoe lekker onze worstenbroodjes en appelbollen wel niet zijn. Dus daar ligt het zeker niet aan dat ik er geen eet. Het is een kwestie van persoonlijke smaak”, lacht Hugo.