Foto: Jonas D'Hollander Foto: Jonas D'Hollander

Goederenvervoer via binnenvaart tussen North Sea Port en achterland stijgt tot 60%

Het vervoer van goederen via binnenvaart van North Sea Port, de fusie tussen de zeehavens van Gent, Terneuzen en Vlissingen, naar het achterland is verder toegenomen. In vijf jaar tijd steeg dit van 54 tot 60%. Dat meldt de haven maandag op basis van het vijfde onderzoek dat ze uitvoerde bij bedrijven in het hele grensoverschrijdende havengebied.

Daarnaast neemt het aandeel van het wegvervoer 28% in. Het spoor blijft bestendigd op een aandeel van 10% ondanks kostenverhogingen. Het overbrengen van lading van een schip op een ander schip of vervoersmodus staat voor 2%.

"De echte vooruitgang voor duurzaam transport zit hem in het aandeel van de binnenvaart, dan is 60% wel een uniek cijfer. Deze cijfers uit het modal splitonderzoek laten zien dat de bedrijven en rederijen in North Sea Port verder inzetten op vervoer via binnenvaart”, aldus Daan Schalck, CEO van North Sea Port.

North Sea Port zet actief in op een ‘modal shift’ richting duurzaam transport via de binnenvaart en het spoor. Het grensoverschrijdende havengebied beschikt over een uitgebreid netwerk van achterlandverbindingen. Het ligt immers op het kruispunt van de Europese vervoersmogelijkheden via binnenvaart, spoor en wegvervoer en op een aantal Europese vervoerscorridors.

Het vervoer over de binnenwateren zal nog toenemen met de realisatie van het Seine-Scheldeproject waardoor binnenvaartschepen met een laadvermogen van 4.500 ton tot in Parijs kunnen varen. Wat spoorontwikkelingen betreft, werkt de haven samen met de spooroperatoren ProRail en Infrabel aan onder meer een nieuwe verbinding op de oostoever tussen het Nederlandse Axel en het Belgische Zelzate, een nieuwe zuid-oostboog in het spoor ten oosten van de Sluiskilbrug en de ontsluiting naar het noorden van de spoorbundel aan het Kluizendok.