leegstand

Unizo trekt aan alarmbel: 700 extra leegstaande winkels in 5 jaar

De leegstand in Oost-Vlaanderen blijft verontrustend snel stijgen. Het aantal leegstaande handelspanden steeg van 2078 in 2015 naar 2778 in 2020. Ter referentie, in 2010 stonden er slechts 1261 handelspanden leeg. Onze provincie spant daarmee, jammer genoeg, de kroon in Vlaanderen. In sommige gemeenten steeg de leegstand zelfs met buitengewone proporties. UNIZO Oost-Vlaanderen pleit daarom voor een winkelshift, waarbij er – naar analogie met de bouwshift - gezocht wordt naar een beleidskader rond de huidige en toekomstige winkels.

De cijfers van Locatus liegen er niet om. In alle Oost-Vlaamse steden en gemeenten is de leegstand in 5 jaar tijd flink gestegen. In heel wat gevallen gaat het om een verdubbeling of zelfs verdriedubbeling. In sommige gevallen zelfs over veel meer dan dat. In kleine gemeenten zien we de evolutie van het verdwijnen van detailhandel al langer, maar ook echte winkelsteden ontspringen de dans niet. In Eeklo verdubbelde de leegstand in maar liefst 5 jaar tijd, en ook in Gent en Oudenaarde is de stijging zeer significant.

Kunnen we het tij keren?

Dat de leegstand in de kernen blijft stijgen, heeft verschillende oorzaken. Naast de snelgroeiende populariteit van online shoppen, is er een opmars bezig naar perifere, geïsoleerde, grootschalige shopping, al dan niet in een shoppingcomplex. Niet alleen in de grotere centra trouwens, ook in kleinere steden en gemeenten is de ‘rush’ naar de periferie aan de gang.

UNIZO pleit daarom voor een ‘winkelshift’. "Er is nood aan een beleidskader rond winkelen. Het retail-landschap moet grondig herdacht worden, want ons land is ‘overbewinkeld’. Een kern van een stad of gemeente moet een zone zijn waar alle bedrijvigheid die niet belastend is voor de omgeving, een plaats krijgt. Naast horeca en detailhandel moeten ook makers en diensten een plaats krijgen, maar evengoed scholen, ziekenhuizen, rusthuizen of culturele instellingen."

Verantwoordelijkheid

Steden en gemeenten kunnen veel doen voor de aantrekkingskracht van hun handelskern en dus voor het succes van de winkels en bedrijven die er deel van uitmaken. Gemeenten zijn immers verantwoordelijk voor ruimtelijke planning, vergunningen, grootschalige vestigingen, milieu en mobiliteit. Ze kunnen het aanbod sturen en ondersteunende acties opzetten.

 

Jos Vermeiren, directeur UNIZO Oost-Vlaanderen: “De opkomst van e-commerce, het vergunnen van grote winkelvloeroppervlaktes in de periferie en een wijzigend consumentengedrag, hebben ervoor gezorgd dat de leegstand historisch hoog is. En de coronacrisis heeft dit alleen maar versneld. Het is ondertussen 5 na 12. Steden en gemeenten moeten liever gisteren dan vandaag een toekomstgericht beleid ontwikkelen, samen met de ondernemerswereld, om de kernen terug te revitaliseren. Willen we onze steden en gemeenten aangenaam en leefbaar houden, is actie gekoppeld aan visie een must.”

Goede evolutie

Toch zien we niet in elke Oost-Vlaamse stad of gemeente slechte cijfers. In Sint- Niklaas gaat het wél de goeie kant op. De leegstand daalt daar.

Ella Verelst, adviseur Detailhandel in Sint-Niklaas: “Waar het stadsbestuur in de stadskern streeft naar actieve invulling van de handelspanden, streven we buiten de stadskern naar een daling van de winkelvloeroppervlakte en dus herbestemmingen. Dit doen we door kernversterkende premies en door eigenaars van winkelruimtes in het focusgebied die inspanningen aantonen om hun pand een invulling te geven, extra vrijstelling op de leegstandsbelasting te geven.”