Agoria Van Roose

Agoria benoemt Ben Van Roose tot regiomanager voor West-Vlaanderen

KORTRIJK - De beroepsorganisatie Agoria wil zich sterker profileren in West-Vlaanderen. Dit moet dit jaar nog gebeuren via twee opmerkelijke initiatieven: met de komst van een House of Manufacturing na de zomer en verder met de benoeming van een regiomanager West-Vlaanderen in de persoon van Ben Van Roose. “We moeten onze maakindustrie koesteren, omarmen, verankeren en versterken", zegt Van Roose.

Ben Van Roose was de voorbije jaren aan de slag als manager Manufacturing bij Agoria. Vanaf april 2024 bevaart hij andere, meer lokale wateren. Als Agoria manager West-Vlaanderen zal hij zich inzetten voor de belangen van de bedrijven op West-Vlaams niveau. Vanuit het House of Manufacturing zal hij, samen met de partners en stakeholders, een ecosysteem rond innovatie creëren voor de maakindustrie.

“In West-Vlaanderen hebben we een rijke traditie van productie excellentie", aldus Van Roose. "Door partnerships te bevorderen tussen spelers in de industrie, onderzoeksinstellingen en overheidsinstanties, kunnen we een bloeiend ecosysteem creëren dat innovatie en economische ontwikkeling stimuleert. Daar wil ik de komende jaren mijn schouders onder zetten.” aldus Ben.

Tal van uitdagingen

Aan uitdagingen alvast geen gebrek. “Veel bedrijven worstelen bijvoorbeeld met de snelheid waarmee technologie evolueert", aldus de nieuwe regiomanager voor West-Vlaanderen. "Of ze zitten gevangen in de drukte van elke dag, waardoor ze maar moeilijk tijd kunnen vrijmaken om zich op nieuwe ontwikkelingen voor te bereiden. Denk aan thema’s zoals artificiële intelligentie, of de verplichte duurzaamheidsrapporteringen en alles wat daarbij komt kijken. Een van onze grootste uitdagingen is dan ook de bedrijven bewust maken van wat er op hen afkomt. Daar zetten we bij Agoria zwaar op in. En let op, dan heb ik het niet over bedreigingen, maar vooral over opportuniteiten. Het is belangrijk dat onze industrie die ontwikkelingen met beide handen aangrijpt.”

Ben Van Roose is ambitieus: "Als manager West-Vlaanderen wil ik vooral de focus leggen op de belangen van de maakindustrie liggen", zegt hij. "Dat betekent veel contact hebben met bedrijven, input en feedback verzamelen en kijken waar de pijnpunten liggen: competitiviteit, hoge loon- en energiekosten, talent vinden,... Of ook thema’s zoals het behoud van onderzoek en ontwikkeling en innovatie, de ploegenarbeidstelsels, de overdaad aan regelgeving of de impact van de automatische loonindexering op de competitiviteit van onze bedrijven. Met de input die ik bij onze leden verzamel, formuleren we bij Agoria standpunten, aanbevelingen en innovatieve oplossingen. Of we vertalen hun noden naar concrete projecten via strategische samenwerkingen met andere stakeholders en partners, in het belang van de industrie. Ook industrieel beleid in het algemeen staat momenteel hoog op onze agenda. Op Europees niveau is dat beleid momenteel een enorme uitdaging. Het zorgt ervoor dat lidstaten met elkaar concurreren, wat in se niet de bedoeling is. In Frankrijk, wordt er met subsidies gegooid die de industrie bij ons weghalen. Ook op het vlak van milieu en klimaat kunnen we niet spreken van een gelijk speelveld: niet alle lidstaten nemen het even nauw als wij. Daarbovenop heeft onze regio daarbij de neiging om de beste van de klas te willen zijn. Als Europa iets vraagt, dan schakelen we een niveau sneller en hoger. Dat is nefast voor onze bedrijven, want het maakt het geheel nog uitdagender.”

Positief imago

Ben Van Roose wil tot slot ook werk aken van een beter imago van de bedrijven die voor welvaart zorgen. “Tot slot zal ik in mijn nieuwe functie ook actief proberen bij te dragen aan een positief beeld van de maakindustrie", zegt hij. "De industrie is onze grootste bron van welvaart, ze zorgt voor de financiering van onze koopkracht, onze gezondheidszorg, onze sociale zekerheid, onze veiligheid, onze scholen en opleidingen, … Ook naar de jeugd toe, een keuze voor een STEM-opleiding is een keuze met toekomst. Daarmee kan je nog alle richtingen uit. Wij hopen uiteraard dat we de jongeren kunnen verleiden voor een job in de industrie.”