Kortrijk-horeca

Werkgever mag horeca-cheque van 300 euro cadeau doen

Een reeks nieuwe maatregelen werd zopas door de regering afgekondigd om bedrijven extra armslag te geven tijdens de coronacrisis. Vooral de horeca krijgt een aantal flinke duwtjes in de rug.

Zo wordt de tijdelijke werkloosheid omwille van corona verlengd tot 31 augustus, en kunnen 'sectoren in moeilijkheden', zoals de horeca, er zelfs tot eind 2020 een beroep op doen. Voor hen wordt ook het overbruggingsrecht (recht op uitkering en vrijstelling van sociale bijdragen) verlengd tot 31 december.

Nog andere opmerkelijke maatregelen zijn de verlaging van de btw in de horeca naar 6% (behalve op alcohol). Werkgevers kunnen bovendien -volledig aftrekbaar en belastingvrij- een horeca-cheque van 300 euro aan hun werknemers cadeau doen.

"Ontslag is niet voor plezier"
Intussen heeft de Raad van State zich negatief uitgesproken over de retro-activiteit van de ontslagvergoeding tijdens de tijdelijke werkloosheid. Wie met andere woorden een personeelslid heeft ontslagen terwijl die op tijdelijke werkloosheid stond, moet niet met terugwerkende kracht de opzegvergoeding betalen. Maar in de toekomst wordt het niet langer mogelijk om bij ontslag de vergoeding te ontlopen door de werknemer op tijdelijke werkloosheid te plaatsen.

“De toepassing van die retro-activiteit hing als een zwaard van Damocles boven de hoofden van heel wat kmo-werkgevers die de afgelopen maanden noodgedwongen mensen moesten ontslaan", zegt Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van Unizo Limburg. "Daarom ook hebben we hier van bij aanvang fel tegen geprotesteerd. Het oordeel van de Raad van State is voor hen een bevrijding."

Toch beschouwt Lodewyckx dit slechts als een gedeeltelijke overwinning. "Het wetsvoorstel (van Meryame Kitir) maakt het in zijn huidige vorm voor veel werkgevers in moeilijkheden nog altijd quasi onbetaalbaar om mensen te ontslaan, ook als ze daartoe door de omstandigheden worden gedwongen", aldus nog Bart Lodewyckx. "Deze wet zal er alleen maar toe leiden dat veel werknemers, waarvan nu al vaststaat dat hun werkgever er geen geld of werk meer voor heeft, langer in tijdelijke werkloosheid zullen blijven. Dit is dus gewoon uitstel van het vaak onvermijdelijke. Ze doen dat niet voor hun plezier, maar uit noodzaak, om als bedrijf te kunnen overleven. Wanneer de mogelijkheid blijft bestaan om afscheid te nemen van werknemers in tijdelijke werkloosheid, zonder die verplichte opzegvergoeding, zal dat per saldo veel meer bedrijven en jobs redden, wat voor iedereen beter is", besluit Lodewyckx.