yves maes (Foto: Raymond Lemmens)

Yves Maes neemt zelf stuur van zijn bedrijf in handen: “Ik moest orde op zaken stellen”

Yves Maes (43) en Julie Hannes (36) hadden slechts één jaargang van The Sky Is The Limit nodig om het te schoppen tot de all stars-editie. En of er nog iets te vertellen valt. “Het is grellig”, zegt Yves. “Wat ik dit jaar gedaan heb, doet iemand anders op tien jaar.”

Tot voor kort was Yves Maes vooral bekend voor zijn knalgele Maes Containers die je werkelijk óveral ziet. Sinds het Play 4-programma The Sky Is The Limit kan het grote publiek ook een gezicht plakken op die welluidende achternaam. De voorbije negen jaar mikte tv-maker Peter Boeckx zes seizoenen van zijn rijkensoap de ether in. Looienaar Yves Maes en zijn al even no-nonsense vriendin Julie Hannes hadden met hun aanstekelijke Kempense tongval slechts één jaargang nodig om een plaats te bemachtigen in de all stars-editie.

Wat krijgen we zoal te zien in dit sluitstuk? “Dat we hooi zijn gaan pressen”, vertelt Yves. “Dat Willy Naessens bij ons op bezoek is geweest en dat ik in Maastricht een nieuwe Porsche 911 GT3 RS ben gaan halen. (wijst naar de gele Porsche op de parking) Zie, daar staat hij, in de firmakleuren van Maes! Ah ja, en ik heb ook nog de Looise firma Grondwerken Ackx overgekocht. Twee druppels water De Zonen Van Van As: zes broers die hun hele leven lang samen grond- en loonwerken gedaan hebben en die voor de camera vertellen wat ze allemaal hebben uitgestoken. Wordt lachen.”

Spuit in zijn gat

Dat Yves Maes een man is met handen aan zijn lijf, is geweten. De bloedblaren op zijn vingers maken dat nog eens extra duidelijk. “Tijdens het schoonmaken van de paardenstallen een metalen poort op mijn pollen gekregen”, zegt hij. “En dan heb ik ook nog het verschot in mijn rug. De leste weken heb ik zó afgezien, niet normaal. Vanmorgen geraakte ik zelfs niet uit mijn bed, dus moest ik een spuit in mijn gat krijgen.”

Dat wijst er niet meteen op dat je minder hard bent gaan werken, zoals je had aangekondigd.

Yves: “Nee, dat klopt. Die paardenfokkerij was bedoeld als hobby, maar draait nu op hoog niveau. Dees jaar twintig veulens verkocht, volgend jaar vijfentwintig… Het loopt uit de hand, hé. In de afvalbranche draait het ook weer goed na een mindere periode in 2023. Het was onze eerste dip in twintig jaar: niet in omzet, wel in winst. Maar nu zijn we onze boterham weer aan het verdienen. Daar was een serieuze reorganisatie voor nodig. Samen met Julie en enkele vertrouwelingen heb ik twee maanden lang, zeven op zeven, postgevat in ons depot in Brussel om orde op zaken te stellen.”

Julie: “Yves was dag en nacht aan het werken, dus heb ik geholpen waar ik kon. Op een bepaald moment stond ik zelfs letterlijk afval weg te scheppen. Als dat niet The Sky Is The Limit is, weet ik het ook niet meer.” (lacht)

Yves: “De bedrijfsstructuur was te zwaar aan het worden – met een externe CEO en een legertje managers – dus hebben we er opnieuw een familiebedrijf van gemaakt. Dat hield in dat we afscheid moesten nemen van een aantal mensen en dat ik de touwtjes zelf weer in handen genomen heb.”

Als je mensen moet bedanken voor bewezen diensten...

(onderbreekt de vraag) “Dat doe ik niet zelf. Ik kan dat niet. Maar het was nodig, want de loonmassa was met twaalf procent gestegen.”

Is het nu beter?

(knikt) “Kortere lijnen. We zitten met 400 mensen personeel en allemaal willen ze voor mij werken, voor mij persoonlijk. Een tijdje geleden dacht ik: ik ga wat afstand nemen en me meer bezighouden met mijn fokkerij en landbouw. Maar na een tijdje begon ik te beseffen dat ik toch weer op het nest moest gaan zitten. Goed dat ik dat gedaan heb, want de cijfers liepen terug. Ik dacht: laat me efkes een maand of vier doen en ik breng het in orde. Ik weet perfect aan welke hendels ik moet trekken om dat schip weer op koers te krijgen. En als ze zien dat het baasje weer op de kar springt, is iedereen mee.”

Werk je nog steeds met asielzoekers?

“Ja, en dat bolt als zot. Ik ben daarvoor genomineerd voor de Trends Impact Awards. Die mensen krijgen een kans en grijpen die met beide handen. Allemaal harde werkers, keivriendelijk en ze laten zich geen enkele shift ontglippen. Ze beginnen onderaan de ladder, maar sommigen hebben het al geschopt tot kraanmachinist of fysicochemie operator. ‘Onmogelijk’, hoor ik dan links en rechts, maar zo zie je maar dat álles kan.”

Hoe is het gesteld met het langste privézwembad van Limburg?

“Dees jaar niet gezwommen, jom. Nieje! Geen tijd gehad: hard gewerkt, honderd hectaren grond gekocht, een nieuwe vleugel bijgebouwd aan onze ranch, stallen gerenoveerd, op ons domein nog een huisje gezet voor ons ma… Eigenlijk veel te grellig: wat ik dit jaar gedaan heb, doet iemand anders op tien jaar.”

En je wilde nog zo graag meer tijd doorbrengen tussen je paarden.

“Bwoh, na een tijdje werd ik dat ook beu, hoor. Te weinig actie voor mij. Na een week op de boerderij was ik blij dat ik weer naar het afval kon. En soms ben ik dat afval kotsmuug en trek ik me een week terug op mijn boerderij. Ik, in mijn eentje op mijn tractor: laat me allemaal met rust. Dan neem ik de telefoon zelfs niet op. En daarna zit ik plots weer om 4 uur ’s morgens op mijn bureau in Tessenderlo. Ik heb afwisseling nodig.”

Hoe zit het met jouw alcoholstop?

“Geen druppel meer, al twee jaar lang. Gij hebt dat toch in de gazet gezet: ‘Toen ik met mijn auto tegen de gevel van een restaurant belandde, heb ik mijn leven omgegooid’. De dag na de publicatie van dat stuk belde Maria van restaurant La Strada me op: ‘Yves, dat accident is dan toch voor iets goed geweest. Eindelijk zijt ge gestopt met die vuiligheid.’” (lacht)