unizo limburg bart en geert

Activeren van werklozen: moeilijk gaat ook, vindt Unizo Limburg

Willen we, zoals de regering beoogt, een werkzaamheidsgraad van 80% halen, dan moeten er tegen 2030 in heel België meer dan 550.000 personen extra aan de slag gaan/blijven. Waar velen denken dat dit onmogelijk is, werpt Unizo Limburg een aantal pistes op die het doel dichterbij moeten brengen. "Je zou zot moeten zijn om niet te gaan werken, in plaats van andersom", zeggen Bart Lodewyckx en Geert Lambrechts van Unizo Limburg.

Bart Lodewyckx legt uit: “Beleidsmakers kloppen zichzelf graag op de borst dat nooit eerder zoveel mensen aan de slag waren als vandaag en dat de werkloosheidscijfers historisch laag zijn. Dat klopt, maar daarmee is niet alles verteld. Het werkloosheidscijfer geeft aan hoeveel mensen een job zoeken. Maar er zijn veel meer mensen die geen job hebben én niet zoeken. Dat blijkt uit het cijfer van de werkzaamheidsgraad, dat aangeeft welk percentage van de bevolking tussen de 20 en 64 jaar aan het werk is. In Vlaanderen is dat afgerond 77%, in Limburg 76%. Met andere woorden: één vierde van de bevolking op arbeidsleeftijd is niet aan het werk en slechts een deel daarvan zoekt naar werk.”

Wanneer we erin slagen om iedereen te activeren waarbij dat mogelijk is, zou onze werkzaamheidsgraad beduidend hoger liggen. “Dat betekent meer inkomsten voor de overheid, een betere socio-economische situatie voor de burger en ingevulde vacatures voor bedrijven”, weet Lodewyckx. “Er werken niet alleen te weinig mensen, maar zij die werken dragen nog eens te veel lasten. Dat laatste wordt telkens bevestigd door OESO-cijfers. België is al jaren Europees kampioen wat betreft de lasten op arbeid en de personenbelasting. Hoog tijd om het geweer van schouder te veranderen en kampioen te worden in een andere discipline: het aantal werkenden. Want het ziet ernaar uit dat we hun hoofden en handjes meer dan ooit nodig gaan hebben.”

Unizo Limburg pleit dan ook voor concrete maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen. Zoals:

“Ons voorstel is om de werkloosheid in de tijd te beperken tot maximaal 24 maanden”, zegt voorzitter Geert Lambrechts. “Wie 1 jaar gewerkt heeft, ontvangt 3 maanden werkloosheidsuitkering. Dit loopt verder op tot 24 maanden uitkering bij 20 gewerkte jaren. Vervalt de werkloosheidsuitkering sneller dan 24 maanden, dan ontvangt de werkzoekende vanaf vervaldatum een werkloosheidsforfait (equivalent leefloon gekoppeld aan gezinssituatie). De uitkering moet trouwens een activeringsmiddel zijn: geen werkbereidheid is geen uitkering. Punt.” Nog in dit kader pleit Unizo Limburg voor een vereenvoudig van de principes. “Schrap de passieve en aangepaste beschikbaarheid. Bijvoorbeeld: Personen die niet actief kunnen zoeken naar werk, horen niet thuis in de werkloosheidsverzekering. Of schors de uitbetaling vanaf de tweede afwezigheid op een afspraak. Of nog: een verplichte opleiding in een knelpuntberoep voor werkzoekenden die langer dan 6 maanden werkloos zijn en een verplichte taalopleiding voor personen die de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn. We hechten tot slot veel belang aan de mogelijkheid tot progressieve werkhervatting binnen werkloosheid. Op die manier kunnen ook werkzoekenden na een afwezigheid op de arbeidsmarkt opnieuw gradueel het werk hervatten wanneer het risico op snelle uitval groot is. Inspiratie kan gevonden worden binnen de ziekteverzekering.”

Unizo Limburg wil ook de drempels voor de cumul van een leefloon en sociale voordelen herbekijken. “Vooral leefloongerechtigden kunnen vaak ook beroep kunnen doen op een arsenaal aan sociale voordelen die gekoppeld zijn aan het statuut”, weet Lodewyckx. “Ook steden en gemeenten en OCMW’s zijn creatief om met kortingen te strooien. Wij stellen voor om de sociale voordelen degressief te beperken naarmate het leefloon groter wordt. Bij een hoog leefloon van bijvoorbeeld 1700 euro en honderden euro’s voordelen die wegvallen bij een tewerkstelling is uiteraard niemand nog geneigd om aan de slag te gaan.”

Het duo pleit voor het behoud van sociale voordelen voor mensen die van leefloon naar een laag inkomen gaan. “Dit om hen aan te zetten om te gaan werken of aan het werk te blijven.”

Voor Lodewyckx en Lambrechts mag de groep van inactieven (huismannen en -vrouwen, leefloongerechtigden, langdurig zieken, …) meer geactiveerd worden. “Er is nood aan een versterkt en minder vrijblijvend activeringsbeleid voor langdurig zieken dat écht aanzet tot werk. Hierbij moeten de re-integratiemogelijkheden al veel sneller tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid worden bekeken. Het is belangrijk dat daarbij ook alle mogelijke pistes inzake werk of werkhervatting worden bekeken, zowel bij de eigen/vroegere als bij andere werkgevers.”

Daarnaast heeft Unizo Limburg nog een 8-tal puntjes uitgewerkt die inactieven moeten aanzetten om de sprong naar werk te zetten. Meer netto-overuren toelaten, meer flexijobs toelaten in diverse sectoren, de vroegtijdige uittrede uit de arbeidsmarkt ontmoedigen, investeren in preventie en welzijn op het werk, de carensdag opnieuw invoeren en… de jobbonus afschaffen.

“De jobbonus is een mooie extra voor wie werkt, maar lokt geen niet-werkenden naar de arbeidsmarkt”, aldus Unizo Limburg. “We mogen ons niet miskijken op het ’succes’ van de jobbonus. Het doel is nobel, maar het schiet het doel voorbij. Het gemiddelde bonusbedrag is 235,72 euro per jaar. Dat is een extra voor wie al werkt, maar het heeft geen aanzuigeffect.” Om meer mensen aan de slag te krijgen pleiten Lodewyckx en Lambrechts voor maatregelen op federaal niveau: een echte fiscale hervorming die werken beloont en een sterker activeringsbeleid.

Stof tot nadenken…