DSC_1445

Hubo Zonhoven: de groenste winkel van ’t land?

De meest innovatieve technieken samenbrengen om zo één van de meest duurzame winkelsites uit de regio te worden. Dat wil Groep Heeren, beheerder van een 20-tal filialen van de bekende doe-het-zelfketen Hubo, waarmaken. Heeren gaat hiervoor in zee met Futech, actief in hernieuwbare energie. Hubo Zonhoven is meteen de eerste testcase, weldra gevolgd door de andere vestigingen.

Er gebeurt véél op vlak van duurzaamheid bij Hubo Zonhoven. Zo zijn er een zonnepaneleninstallatie waar de overtollige energie wordt opgeslagen via second-life batterijen uit elektrische wagens, een resem slimme laadpalen, intelligente aangestuurde elektriciteitsaankopen, én een jaarlijkse besparing CO2 van naar schatting 4.352 ton per jaar. “Ter vergelijking: om dit aantal CO2 op een jaar uit de lucht te halen, heb je een volwassen bos van meer dan 14.500 bomen nodig”, aldus Michiel Janssen, projectleider bij Futech. ​ En Hubo gaat nog verder​. “Dit is nog maar het begin, andere winkelfilialen (Tessenderlo, Hasselt, Bree en Pelt) zullen volgen”, bevestigt Peter Alen, onafhankelijke energie-expert voor Hubo. “Bovendien zal elke buurtbewoner kunnen meegenieten van deze groene energie, want om te laden kan je ook een gewone bankkaart gebruiken. Dit is écht een verhaal waar iedereen alleen maar voordelen bij heeft.” ​ ​

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters kwam alvast een kijkje nemen en was positief verrast. ​“Dit project toont aan dat duurzaamheid en innovatie hand in hand kunnen gaan", aldus Peeters. "De CO2-besparing die hier gerealiseerd wordt, onderstreept het potentieel van dergelijke investeringen. In de toekomst zullen we op deze manier met onze energie moeten omspringen: zelf groene energie opwekken met opslagmogelijkheden als buffer, het gebruik van slimme energiesystemen én tegelijk deze energie gebruiken voor onze mobiliteit. Ik kan alleen maar toejuichen dat andere filialen zullen volgen en zo zelfs een voorbeeld kunnen zijn voor andere winkelketens.”